8

==

Lorna zette de spritzer bij Florence neer en zag een kleine gezette vrouw met lang lichtbruin haar dat tot halverwege haar rug kwam. Ze droeg een opoebrilletje onder dikke donkere wenkbrauwen.

Lorna probeerde haar verbazing te verbergen, maar de vrouw zag er zo anders uit dan haar stem klonk, dat ze even van haar stuk was gebracht. ‘Hoi,’ zei ze, overcompenserend met een brede glimlach. ‘Ik ben Lorna. Jij moet Sandra zijn.’

Sandra raakte haar oor aan met een hand die een beetje leek te trillen. ‘Ja. Sandra Vanderslice. Ik ben toch niet te laat? Of te vroeg?’ Ze keek naar de vlooienmarktachtige schoenenkraam waar Florence nu mee klaar was. ‘Ik heb niet zoveel schoenen meegebracht.’

‘Ik heb zelf ook maar één paar,’ zei Helene snel. ‘Nou ja, twee, als je die aan mijn voeten meetelt.’

Lorna’s hart ging sneller kloppen. Wilde Helene die fabelachtige Pucci’s ruilen?

‘Wil je wat drinken, Sandra?’ vroeg Lorna. Ze wilde zelf eigenlijk ook wel wat wijn. Dat kon ze wel gebruiken. ‘Bier, wijn, fris?’

‘Eh.’ Haar stem trilde duidelijk. Om de een of andere reden was deze meid één brok zenuwen. ‘Fris graag, dank je.’

‘Is cola goed?’

Sandra knikte en haalde diep adem.

‘Helene?’ vroeg Lorna. ‘Weet je zeker dat je niets wilt? Misschien wat wijn?’

‘Weet je, bij nader inzien,’ zei Helene terwijl haar blik zo snel kort naar de grond schoot dat het Lorna bijna ontging, ‘lust ik wel wat witte wijn.’

‘O, doe mij ook maar,’ zei Sandra met hoge stem, waaraan ze toevoegde: ‘In plaats van de cola. Als dat mag.’ Ze raakte weer even haar oorlel aan, zag dat Lorna keek, kleurde rood en schoof haar bril hoger op haar neus.

‘Komt voor mekaar.’ Lorna schonk de wijn in en bracht het naar de kamer.

Helene had de doos uit haar tas gehaald en Lorna zag dat er een paar roze hakschoenen in zat.

‘Lieve help,’ zei ze naar adem happend.

Helene leek geschrokken. ‘Wat is er?’

‘Zijn dat Prada’s?’ Lorna wees naar de schoenen.

‘O. Ja. Ze zijn wel van een paar jaar terug. Ik wist niet zo goed wat ik mee moest brengen.’

Lorna was in de zevende hemel. ‘Ik vind ze gewéldig! Die wilde ik zo graag toen ze uitkwamen, maar ik had mijn enkel verstuikt’ – een van de vele gênante schoenenverhalen die ze kon vertellen als er te veel stiltes zouden vallen – ‘en mijn waardeloze verzekering dekte het niet, dus kon ik ze niet kopen.’ Ze bekeek ze van dichtbij. De schoenen leken in perfecte staat te verkeren. Alsof ze nooit gedragen waren.

‘Ik heb ze in het zwart,’ zei Sandra. ‘En Kate Spades die er ongeveer hetzelfde uitzien, maar die hak staat me niet.’

O, wat was dit super.

Lorna had het heel moeilijk gevonden om drie paar schoenen uit te kiezen om te ruilen – ze wist dat ze als gastvrouw min of meer verplicht was ten minste één paar te ruilen, aangezien het hele gebeuren haar idee was – maar nu zat ze eraan te denken terug naar de kast te rennen en er meer te gaan halen.

‘Dus.’ Florence sloeg met haar handen op haar dijen. ‘Hoe doen we dit? Zoals op een veiling?’ Ze pakte de paarse nep-Choo’s op. ‘Deze zijn heel speciaal, zoals ik Lana hier al vertelde. Ik zat te denken aan twee paar als tegenbod, maar aangezien jullie allemaal maar één of twee paar hebben meegebracht, doe ik het voor één. Deze keer.’ Ze hield ze omhoog. ‘Wie biedt?’

Er volgde een beleefde stilte.

Lorna werd ongemakkelijk. ‘Mag ik ze eens zien?’ vroeg ze, hoewel ze niet echt in de schoenen geïnteresseerd was.

Toen ze ze eenmaal in haar hand had, was het gebrek aan kwaliteit nog beter zichtbaar, als dat al kon. Doorzichtige lijm was rond de zoolranden opgedroogd en het stikwerk op het lakleer was slordig. Lorna wist alleen niet wat ze daarover moest zeggen zonder haar gast te zeer te beledigen. Gelukkig stond er op de onderkant 42 gestempeld – nog een weggever – wat haar de uitvlucht gaf die ze nodig had.

‘Deze zijn maat 42,’ zei ze. Daarna vroeg ze plotseling onzeker: ‘Had ik in mijn advertentie niet maat 38 gezet?’ O, hemel. Had ze het verknald en ieders tijd verspild?

‘Ja,’ zei Helene snel. ‘Dat klopt. Dat is ook wat ik mee heb.’

‘Ik ook,’ zei Sandra, die de laatste slok van haar wijn nam. Ze leek nu iets meer op haar gemak.

Maar die uitwerking had wijn nou eenmaal.

‘Ach, kom op zeg,’ zei Florence, ‘met de goede voeding van tegenwoordig is 42 de nieuwe 38.’ Ze keek naar haar eigen enorme voeten, waar ze ongetwijfeld speciale schoenen voor moest bestellen.

Lorna stond op om in de keuken de fles te halen en zei: ‘Het spijt me als dat niet duidelijk was, Florence. Maar als we allemaal de óúde maat 38 hebben, kunnen we niet met een andere maat ruilen.’

‘Ik heb hier allerlei maten,’ zei Florence, een beetje snauwerig. Ze begon ruw door de schoenen te rommelen. ‘Hier heb ik een... eens kijken... maat 42. Je hebt wel duidelijk gemaakt dat dat niks wordt. Ah... 37½.’ Ze zette dat paar apart. ‘Dat kan wat zijn. Wie weet vallen ze groot.’

‘Ik heb nog nooit van Bagello gehoord,’ zei Sandra, die naar het label in de schoenen tuurde.

‘Dat is een merk van de Super-Mart,’ zei Helene zonder te oordelen.

Florence keek haar scherp aan. ‘Is er iets mis met de Super-Mart?’

‘Natuurlijk niet.’ Het leek of Helene een glimlach moest onderdrukken. ‘Maar ik denk niet dat een Super-Mart-schoen maat 37½ iemand hier zal passen.’ Ze wachtte een tel voordat ze eraan toevoegde: ‘Die vallen vrij klein.’

Lorna schonk nog wat wijn in Helenes glas en vroeg zich af hoe deze zo elegante en duidelijk verfijnde vrouw iets over Super-Mart-mode wist.

‘Nou,’ zei Florence triomfantelijk terwijl ze een paar platte grijze flanellen schoenen omhoogtilde, ‘Ralph Lauren zullen jullie dan wel passen.’ Met een zelfvoldane glimlach gaf ze ze aan Helene. ‘Die juweeltjes kostten een berg.’

Helene bekeek de schoenen van alle kanten en knikte. ‘Dit zijn inderdaad Ralph Laurens. Vintage, zelfs. 1993 of ’94 zou ik zeggen.’

Florence leek erg zelfvoldaan.

Lorna keek naar de schoenen terwijl ze Sandra’s glas bijschonk.

‘En. Wie wil er een deal maken?’ vroeg Florence.

Sandra, die haar glas alweer had opgepakt en een slok had genomen, zei: ‘Ik ben te klein voor platte schoenen.’

Lorna keek radeloos naar de schoenen. Ze vertoonden slijtplekken. Toch was ze bang dat het haar plicht als gastvrouw was om een bieding te doen.

Ze wilde dat net doen toen Helene zei: ‘Oké.’ Het was overduidelijk dat het alleen maar uit beleefdheid was. Haar plezier straalde nog duidelijk van haar gezicht af, en ze wierp niet eens meer een blik op de Ralph Laurens. ‘Ik wil deze Pucci’s er wel voor ruilen.’

Lorna voelde een echte steek in haar borst. ‘O nee, niet de Pucci’s! Wacht, ik heb...’ Ze dacht verwoed na. ‘Angiolini’s die je misschien mooier zult vinden.’

Florence keek van de een naar de ander.

Helene keek alleen maar naar Lorna. ‘O, nee. Niet de Angiolini’s. Die zijn veel meer waard dan deze.’ Ze knipoogde.

Ze wist het.

Sandra keek echter ronduit verbaasd.

Lorna speelde Helenes spelletje mee. ‘Misschien heb je gelijk...’ Ze wist zéker dat Florence geen kans voorbij zou laten gaan om schoenen te scoren die te duur waren om op te geven.

Dus was het een shock toen Florence het hoofd schudde. ‘Sorry, dames. Deze juweeltjes zijn twéé paar waard. Twee paar mérkschoenen,’ voegde ze eraan toe alsof de rest schoenen meegebracht had die ze in de buurtsuper gehaald hadden.

Helene zuchtte bedroefd. ‘Ik kan niet aan de jouwe tippen,’ zei ze. Ze was echt een kei in het bespelen van mensen. ‘Aan mij heb je niks.’

‘Aan mij ook niet,’ merkte Sandra snel op.

‘Ik heb zelf niet zoveel paren,’ zei Lorna, terwijl ze hoopte dat haar neus niet langer zou worden of zou gaan trekken van de leugen. ‘Ik dacht dat we vooral, je weet wel, over schoenen zouden gaan zitten kletsen.’ Ze hoopte dat ze Sandra en Helene goed inschatte, want ze wilde ze niet laten afknappen.

‘Oké,’ zei Sandra. Ze had een blos op haar wangen, waarschijnlijk van de wijn, en ze was aanzienlijk stukken relaxter. ‘Wisten jullie dat lang geleden de eerste sandalen uit zijn gevonden doordat iemand met de ingewanden van zijn prooi een plat stuk hout of dierenhuid onder zijn voeten knoopte?’

Het was even stil terwijl iedereen Sandra verbaasd aanstaarde.

‘Ik lees veel,’ zei ze schouderophalend, terwijl haar gezicht zo rood werd als de bovenkant van een thermometer in een tekenfilm.

Lorna glimlachte. ‘Vertel ons eens iets meer.’

‘Nou, daarna kwamen de schoenen, voor mensen in een kouder klimaat. Ze namen gewoon de sandalen en voegden er een bovenkant van dierenhuid aan toe. Als je erover nadenkt, dragen we dat nu eigenlijk nog steeds.’

‘Dus sociologisch gezien,’ improviseerde Lorna op theatrale wijze, ‘zijn we niet zo ontwikkeld als we denken.’

‘Precies!’ zei Sandra. ‘We hebben veel gemeen met onze prehistorische voorouders.’

‘Fascinerend. Dus...’

‘Eh, wacht even.’ Florence stak een hand omhoog. ‘Sorry, maar ik moet ervandoor.’ Zonder enig systeem smeet ze de schoenen terug in de tassen. ‘Ik wist niet dat dit net als een boekenclub of zoiets zou zijn. Dit is niets voor mij.’

Lorna’s eerste impuls was om teleurstelling te veinzen en te protesteren, maar dat onderdrukte ze. ‘Jammer dat het niet beviel,’ zei ze tegen Florence, waarna ze naar de deur liep zodat de vrouw onderweg niet zou stoppen om een deal te sluiten voor Helenes Emilio Pucci’s.

‘Ja, ach... wie mijn schoenen nog wil, kan naar eBay gaan. Zoek op Flors Fashions. Ik zal jullie matsen wat betreft de verzendkosten, omdat ik weet dat jullie in de buurt wonen.’ Ze stormde het appartement uit. ‘Onthoud: Flors Fashions.’

Lorna sloot de deur achter Florence en ademde diep in voordat ze zich naar de andere twee vrouwen toe keerde om hun reactie te zien.

Even heerste er een gespannen stilte, en Lorna veronderstelde dat iedereen een inschatting van de anderen maakte.

Uiteindelijk zei Sandra, die aan haar vierde glas bezig was: ‘Die arme schoenen!’

‘Verdedig de schoenen niet,’ haalde Lorna prompt een van de grappigste citaten aan van Tim Gunn uit Project Runway. Onmiddellijk herinnerde ze zich dat ze deze vrouwen niet kende en dat die nu waarschijnlijk dachten dat ze gek was, dus probeerde ze wat nu een ontzettend flauw grapje leek uit te leggen. ‘Dat is van een programma...’

Project Runway!’ riep Sandra. ‘Dat programma vind ik echt té gek. En toen Tim Gunn dat over Wendy zei...’

‘Prachtig,’ wierp Helene ertussen. ‘En ze verdiende het ook, die schoenen waren echt te slonzig voor woorden...’

Iedereen lachte, en opluchting leek als warm water de ruimte te vullen.

Op dat moment, door zoiets onbenulligs als een televisieprogramma, wist Lorna dat dit weleens zou kunnen werken. Ze hadden iets gemeen buiten schoenen om. De sfeer in de kamer leefde helemaal op en iedereen lachte en kletste nu over de ontwerpers en zogenaamde ontwerpers van het programma, en over het moment waarop ze zich bewust waren geworden dat ze van schoenen hielden, en uiteindelijk over Florence.

‘Je raakte in paniek toen ik haar de gebrocheerde Pucci’s aanbood, hè?’ vroeg Helene aan Lorna. ‘Ik zag het in je ogen. Sorry daarvoor.’ Ze trok de schoenen uit en gaf ze aan Lorna. ‘Hier. Je mag ze hebben. Dat verdien je na wat je hebt gedaan om ons bij elkaar te brengen.’

Weer zei Lorna wat juist was in plaats van wat ze zou willen zeggen. ‘Nee. Bedankt, maar ik kan ze echt niet zomaar aannemen. Dat is niet het doel van deze bijeenkomst.’

‘Maar het maakt mij niet uit.’ Helene keek naar Sandra. ‘Vind jij het erg?’

Sandra schudde het hoofd. ‘Helemaal niet. Je mag de mijne ook hebben. Je moet wel raar hebben staan kijken toen Florence binnenkwam en begon uit te laden.’

Lorna lachte. ‘Ik was wel een beetje bang dat ik niet duidelijk was geweest in de advertentie, ja.’

‘Lieverd, er zijn altíjd wel mensen die er niet bij horen,’ zei Helene, als iemand die dat uit pijnlijke ervaring wist. ‘Ik vind dat je het prima hebt afgehandeld. Werk je toevallig in de verkoop?’

Lorna schudde het hoofd. ‘Ik ben serveerster. Bij Jico, op Wisconsin Avenue.’

Helene glimlachte. ‘Vandaar dat je zo goed met mensen om kunt gaan.’

‘Wat doe jij?’ vroeg Lorna, waarna ze ook naar Sandra keek. ‘Jullie allebei, bedoel ik dan?’

Helene was even stil, dus zei Sandra: ‘Ik werk in de telecommunicatie.’

‘Telecommunicatie?’

Sandra knikte maar leek ietwat ongemakkelijk. ‘Het is niet zo erg interessant, maar ik kan er mijn huur van betalen.’ Ze lachte zacht. ‘En mijn schoenen.’

Lorna knikte. Het leek erop dat ze allemaal zo ongeveer in hetzelfde schuitje zaten. ‘En jij?’ vroeg ze aan Helene.

Nog steeds aarzelend, zei ze: ‘Ik was verkoopster bij Garfinkel’s, voor ze failliet gingen.’

‘Echt? Bij Garfinkel’s?’ Lorna had altijd gedacht dat dat een winkel voor oude mensen was, vrienden van haar ouders enzovoort. En dat was voordat ze sloten, en dat was een jaar of tien geleden?

Helene knikte. ‘Ik stond op mannenpakken, de afdeling bedoel ik dan.’ Ze glimlachte en haalde haar schouders op. ‘Daar heb ik mijn man ontmoet, dus ik denk dat het gegaan is zoals het moest zijn.’

‘Je hebt het over Demetrius Zaharis, toch?’ vroeg Sandra.

Helene leek geschrokken. ‘Ja. Hoe wist je dat?’

Sandra haalde haar schouders op. ‘Ik lees veel. Heel veel.’

‘Ik dácht al dat ik je ergens van kende,’ zei Lorna. ‘Je staat af en toe in het stijlkatern.’ Misschien ook wel in andere katernen, maar Lorna las alleen het stijlkatern.

Helene keek even naar de grond, en zei toen met een stem die nonchalanter klonk dan haar gezicht uitdrukte: ‘Die foto’s zijn altijd zo afschuwelijk dat ik voortdurend hoop dat niemand me erop herkent.’ Ze lachte lichtjes, maar het had iets kils.

Lorna betwijfelde het of het mogelijk was om een lelijke foto van Helene te maken. Ze had wel door dat Helene zich niet gemakkelijk voelde bij het onderwerp, dus begon ze over iets totaal anders. ‘Ik zal die Angiolini’s even pakken. En een spiegel. En dan kan het ruilen beginnen!’

Het ruilen duurde slechts enkele minuten, maar de gesprekken gingen nog een uur door, en alle vrouwen ontspanden zich meer naarmate de tijd – en de wijn – verstreek.

Toen het zo’n beetje op zijn eind liep, vroeg Lorna: ‘Zeg, hebben jullie nog meer schoenen die jullie willen ruilen? Willen jullie nog een keer terugkomen? Ik weet niet zo goed hoe ik dit verder moet organiseren.’

‘Ik heb er nog zat,’ liet Helene weten. ‘En om eerlijk te zijn vind ik het wel leuk om een sociaal avondje te hebben dat niet met saaie politieke doelen en publiciteit gemoeid is.’

‘Super.’ Lorna was in haar nopjes. Ondanks dat ze altijd bang was dat niemand op haar feestjes kwam, was het in leven roepen van deze groep een sprong in het diepe geweest die op zijn pootjes terecht leek te komen. Ze wendde zich tot Sandra. ‘En jij?’

Sandra verschoot weer even van kleur. ‘Ik kom niet vaak buiten,’ zei ze, waarna ze haar schouders op haalde. ‘Maar ik heb wél heel veel schoenen.’ Ze ademde snel in en knikte. ‘Dus... natuurlijk. Ik doe mee.’

‘Fantastisch. De advertentie staat nog op Gregslist, en dat laat ik nog wel even zo, voor het geval er meer mensen zoals wij zijn.’

Helene glimlachte. ‘O, er zijn er zat. De vraag is hoeveel ervan bereid zijn om uit hun overvolle kast te komen en het toe te geven.’

Vanaf dat punt ging het praten nog gemakkelijker, en aan het einde van de avond spraken de vrouwen af om de volgende week weer bij elkaar te komen en meer schoenen mee te brengen dan deze keer.

Toen Sandra en Helene uiteindelijk weg waren, voelde Lorna zich optimistisch over Anonieme Schoenverslaafden. Het was heel goed gegaan. Ze droeg de wijnglazen met een nieuwe luchtigheid in haar pas – waarschijnlijk dankzij haar nieuwe gebrocheerde Pucci’s – naar de keuken en keek uit het raam waar onder de lantaarnpaal op de parkeerplaats Sandra’s en Helenes wegen scheidden.

Lorna wilde zich net omdraaien toen ze de achterlichten zag aangaan van de auto van de man die ze eerder had zien staan leunen.

Ook toevallig.

Een zwarte bmw reed soepeltjes een parkeervak af. Helene, nam Lorna aan. Maar een tel later reed de auto waar ze naar had staan kijken achteruit en verliet ook de parkeerplaats.

Lorna keek nog even en verwachtte Sandra’s auto voorbij te zien komen, maar dat gebeurde niet. Ze begon zich net af te vragen of de man Sandra gebracht had en al die tijd in de auto had zitten wachten, toen er op de deur geklopt werd.

Lorna haastte zich erheen, deed het kettinkje erop, en opende hem toen net genoeg om te zien dat het Sandra was.

‘Ik ben mijn tas vergeten,’ zei ze.

‘O! Wacht.’ Lorna deed de deur dicht, maakte het kettinkje weer los en deed hem weer open. ‘Dat had ik helemaal niet gezien. Kom binnen.’

Dat deed Sandra. ‘Sorry dat ik zo laat nog weer voor je deur sta.’

‘Dat geeft niets. Ik heb trouwens een vraag. Heb je een man in een kleine blauwe auto gezien toen je op de parkeerplaats was?’

Sandra dacht even na. ‘Volgens mij niet. Hoezo dan?’

‘Nou, niks eigenlijk.’ Lorna aarzelde. Wat ze ook zei zou op zijn minst paranoïde klinken, en dat zou Sandra misschien bang maken, en dat was nergens voor nodig. Die vent was er niet meer. Ze had hem weg zien rijden. ‘Ik dacht dat ik een ex-vriend van me zag, maar het moet mijn verbeelding geweest zijn.’ Ze lachte. ‘Hij was niet echt het stalkerstype.’

Sandra keek haar ernstig aan. ‘Weet je het zeker?’

‘O, ja. Het was niets.’

‘Stalken is niet iets wat je lichtvaardig moet opnemen,’ ging Sandra ernstig verder. ‘Als je denkt dat die vent gevaarlijk kan zijn, moeten we de politie bellen.’

Lorna was geroerd. Ze had sinds de middelbare school geen hechte vriendschappen meer gehad, en terwijl ze dit nog niet echt als ‘hecht’ kon beschouwen, of echte ‘vriendschap’, mocht ze Sandra en Helene graag en vond ze het leuk dat ze volgende week weer kwamen.

‘Het is echt niets,’ verzekerde Lorna haar. Om het nog luchtiger te laten klinken, voegde ze er daarna aan toe: ‘Gewoon wishful thinking, denk ik.’

‘O.’ Sandra knikte met begrijpende ogen. ‘Nou... oké. Maar als jullie uit elkaar zijn, is het misschien maar beter als het hem niet was.’

‘Misschien wel ja.’ Lorna glimlachte er bedroefd bij.

Sandra pakte haar tas en zei: ‘Tot volgende week dan maar.’

‘Ja, leuk.’

Sandra weifelde even bij de deur en draaide zich weer om. ‘Ik wil je hiervoor bedanken.’ Ze glimlachte licht. ‘Ik wist van tevoren niet of ik hier wel vaker heen zou gaan. Zoals ik al zei, ik kom niet veel buiten. Dit... nou, het was heel leuk.’

Lorna kreeg er een warm gevoel van. ‘Daar ben ik blij om.’

Sandra vertrok en Lorna ging weer op de sofa zitten en dacht na over wat Sandra gezegd had. En vooral over hoe Sandra daarbij had gekeken; alsof ze echt meende wat ze zei.

Lorna was hieraan begonnen om haar eigen problemen op te lossen, om zich beter te voelen. Ze had niet voorzien dat haar suffe schoenenruil ook iets voor iemand anders kon betekenen.